Daglicht

Dankzij de zon is er daglicht. Daglicht is sinds mensenheugenis de enige relevante bron van licht en warmte geweest. Door de rotatie van de aarde om de zon en om zijn eigen schuine as verandert het daglicht niet alleen over de dag, maar ook over de seizoenen. Daglicht is eindeloos wisselend en variabel.

De mens is in vele opzichten aangepast aan het daglicht. De wisselingen van intensiteit, kleur en dynamiek van het daglicht zijn diep in ons systeem verankerd.

Gedurende de lange periode van de menselijke ontwikkeling is de mens aan relatief constante hoeveelheden licht blootgesteld. Significante veranderingen in de cumulatieve jaarlijkse blootstelling aan licht zijn achtereenvolgens opgetreden door:

  • De vestiging van nederzettingen
  • Geleidelijke afname van buitenarbeid
  • De industriële revolutie (vanaf 1800)
  • De uitvinding van elektriciteit en kunstlicht (vanaf 1900)
  • Grootschalige verschuiving naar kantooromgevingen (vanaf 1950)
  • Toenemende beheersing en artificialisering van het binnenklimaat (vanaf 1960)
  • Verlaging van lichtnivo’s werkomgevingen als gevolg van beeldschermgebonden werk (vanaf 1985)

Al deze ontwikkelingen hebben er toe geleid dat wij aan steeds minder licht worden blootgesteld, waarbinnen het aandeel daglicht ook sterk is afgenomen.

Licht en gezondheid

Recent onderzoek heeft aangetoond dat licht ook een zeer belangrijke bijdrage levert aan de hormoonhuishouding van de mens, en het daarmee samenhangende bioritme. Ons oog bevat hiervoor speciale receptoren die geen rol spelen bij de visuele waarneming. Hiermee worden onze slaap- waakpatronen, de lichaamstemperatuur, eet- en drinkgedrag, urineafscheiding, stemming, alertheid, vermoeid en prestatie geregeld.

Het cyclische ritme van onze biologische klok is sterker wanneer we overdag worden blootgesteld aan hoge lichtniveaus. We zijn dan niet alleen overdag wakkerder (directe invloed), maar slapen ’s nachts ook beter (vertraagde invloed).

De sterke relatie tussen licht en gezondheid betekent dat goede lichtcondities een positief effect hebben op welzijn en prestaties.

Daglicht in gebouwen

In de architectuur is vele eeuwen lang hoofdzakelijk gebruik gemaakt van daglicht, waarbij een rijke ervaring en diversiteit is ontstaan op het gebied van daglichttoetreding. Denk bijvoorbeeld aan de luiken in de Nederlandse koopmanshuizen en aan de Arabische ‘mashrabiya, waarmee op zeer verschillende manieren het binnenvallende daglicht wordt gefilterd.

Tegenwoordig speelt de toepassing van daglicht een minder grote rol door de komst van kunstlicht. De grootschalige toepassing van kunstlicht is echter nog zeer recent en maakt deel uit van de algemene toename in de beheersing van het binnenklimaat. Deze ontwikkeling heeft met name in de laatste honderd jaar plaatsgevonden.

Daglicht voor de 21e eeuw

Na de ervaringen met zeer uiteenlopende gebouwtypen van de 20e eeuw weten wij inmiddels dat de mens uit biologisch oogpunt behoefte heeft aan een directe beleving van daglicht. (bioritme).

Efficiënt gebruik van daglicht is een van de grote uitdagingen voor architectuur in de 21e eeuw. Daglicht is gratis, gezond en duurzaam.

Een misverstand van de technologisch maakbare omgeving is dat standaardisering van de klimaatomgeving naar vaste, “ideale” waarden tot een optimale leef- en werkomgeving zou leiden. Dit heeft geleid tot een bouwproductie waarin afsluiting van het buitenklimaat en installering van volledig geregeld binnenklimaat als optimaal werd gezien.

Een –klimatologisch- goed gebouw maakt optimaal gebruik van de goede omgevingsfactoren, terwijl de slechte omgevingsfactoren zoveel mogelijk geweerd worden.

‘Bij een daglichtbenadering zien we het gebouw als armatuur voor het daglicht’